A.J. van Schermbeek (1855-1915)

Adriaan Johannes van Schermbeek werd in 1855 te Heer bij Maastricht geboren, als jongste van negen kinderen. Op 17 jarig leeftijd werd hij aangenomen voor een opleiding van het boswezen in Nederlands Indië en vertrok hiervoor naar Eberswalde in Oost Pruisen om daar aan de Forstliche Hochschule bosbouw te gaan studeren. Hij verwierf daar zijn einddiploma in 1874.
Hij leerde in Eberswalde Beate Emilia Augusta Wolff kennen, trouwde met haar en vertrok samen met haar in 1875 naar voormalig Nederlands Oost Indië om in Djapara en later in Madioen op Java als houtvester te gaan werken. In 1888 was hij gedwongen om de tropen vaarwel te zeggen en keerde hij terug naar Maastricht.
Het jaar daarop vertrok hij naar Breda om daar te werken. Het Bestuur der Domeinen had hem de opdracht gegeven tot het maken van boskaarten van het Mastbos, het Liesbos en later ook het Ulvenhoutse bos, met de daarbij horende bedrijfsplannen. Over het beheer van het bos had hij uitgesproken ideeën. In talloze lezingen, artikelen, excursies en congresbezoeken heeft hij deze ideeën uitgedragen en verdedigd. Met grote voortvarendheid trok hij ten strijde tegen het conservatieve beheer, bijvoorbeeld ten aanzien van het aanleggen van monoculturen en het verbeteren van ‘de zieke bodem’. Dat hij met zijn moderne maatregelen, waarmee hij zijn tijd ver vooruit was, in botsing kwam met leidinggevende figuren in de Nederlandse bosbouw, was begrijpelijk. Maar het waren ook de plaatselijke machthebbers waarmee hij in conflict kwam. Hierdoor werd hij in 1899 ‘weggepromoveerd’ naar Wageningen. Hier aanvaardde Van Schermbeek een functie als leraar aan de Rijks Hogere Land-, Tuin- en Bosbouwschool. Vooral zijn excursies werden gewaardeerd, daar waar zijn colleges de studenten minder aanspraken. Hij veronderstelde een natuurwetenschappelijke basiskennis, die niet altijd aanwezig was. Meer nog dan kennis eiste hij bij de toekomstige bosbouwkundigen belangstelling en liefde voor het vak. Zijn werk en zijn experimenten in het Mastbos en in de overige bossen rond Breda hebben mede hun neerslag gevonden in zijn Wageningse colleges en in zijn wetenschappelijk werk aan de Rijks Hogere Bosbouwkundige School.

Bronnen

  • Het Mastbos en het werk van houtvester van Schermbeek, A. J. Spierings, 1990 (Ulvenhout).
  • A.J. van Schermbeek en zijn werk in het vroegere rentambt Breda, J.H. Jager Gerling, 1953 (Schermbeekfonds).